To access this post, you must purchase Jaarabonnement Kerken rond Rijn en Gouwe digitaal.
“Het platform met nieuws van en voor
kerkelijke gemeenten in de regio Alphen aan den Rijn.”
Uit handen geven…
Meer uit deze categorie
Wegwijs in de eredienst (2)
To access this post, you must purchase Jaarabonnement Kerken rond Rijn en Gouwe digitaal.
Acht minuten
To access this post, you must purchase Jaarabonnement Kerken rond Rijn en Gouwe digitaal.
Gretha Bregman-Hoving
To access this post, you must purchase Jaarabonnement Kerken rond Rijn en Gouwe digitaal.
Wegwijs in de eredienst (1)
To access this post, you must purchase Jaarabonnement Kerken rond Rijn en Gouwe digitaal.
Ooit zag ik een programma waarin een man werd gevolgd door de camera. Het was een oudere heer in een verpleeghuis. Hij leed aan de ziekte van Parkinson; zijn handen schudden voortdurend en ook zijn hoofd maakte voortdurend een beweging die leek aan te geven dat hij het er niet mee eens was. Opvallend was zijn voorkomendheid. Hij had zich met zorg gekleed en trad zijn gasten vriendelijk en correct tegemoet. Ook de twee mensen die die morgen bij hem op bezoek kwamen. Al snel bleek dat er dingen geregeld moesten worden. De man kreeg een bewindvoerder toegewezen, die zijn financiën zou gaan beheren. De deskundige die daartoe was aangesteld, kwam zich voorstellen. Na enige formele gegevens te hebben uitgewisseld, werd de man gevraagd of hij alles begreep en of hij akkoord ging met de besproken gang van zaken. Dat was het geval.
De tweede aanwezige was waarschijnlijk een medewerkster van het verpleeghuis. Zij was duidelijk wat verlegen met de situatie. Op een gegeven moment stelde zij de man een persoonlijke vraag. Of meneer het naar vond dingen uit handen te moeten geven. Het was ineens stil en beiden keken naar de man. “Naar?”, zei hij. Het leek of hij het woord even proefde op zijn tong. “Naar? Nee, het is niet naar…, alleen maar heel vreselijk.” Eigenlijk was alles gezegd met die paar woorden. Het is heel vreselijk om je zelfstandigheid te moeten inleveren, om je leven niet meer zelf te mogen regelen omdat het niet meer lukt.
De camera ging vervolgens naar een lege kamer met een hoog ziekenhuisbed en een bijpassend rek. Veel metaal, veel vloer, veel lege wanden. Daar stond de keurig geklede heer even naast zijn bed. Zowel hij als de camera leken een moment te dralen. Het was een beeld dat het vreselijke onderstreepte. Het vreselijke van het moeten inleveren, van het afhankelijk worden van anderen.
Soms kom je op een plek terecht die je niet zelf zou hebben gekozen – een verpleeghuis, een bed in de kamer, een rolstoel. Dan ben je overgeleverd aan anderen, dan zijn het ineens anderen die voor (en soms over) je beslissen.
Die oude man bleef in zijn nieuwe en ongewenste situatie overeind. Hij was niet overgeleverd; hij had zich overgegeven. In de eerste plaats aan zijn God. Maar hij had zich in zijn situatie ook omgord met de bereidheid om te aanvaarden wat onvermijdelijk was, met de moed en de hoop om verder te gaan. Ondanks het vreselijke. Dat maakte zijn situatie leefbaar. Dát en de mensen om hem heen. Mensen die dichtbij durfden te komen, mensen die vragen durfden te stellen, vragen die spannend zijn omdat de antwoorden spannend zijn.
Wij hebben ook veel mensen in en om de gemeente die zich herkennen in deze man. Die daar zijn waar ze niet wíllen zijn. Durven ook wij het aan om dichtbij te komen? Om de juiste vragen te stellen? Ik hoop het van harte.
Ds. Jasper de Koning