“Het platform met nieuws van en voor
kerkelijke gemeenten in de regio Alphen aan den Rijn.”

Martijn de Jong en Nathan Tramper: “We hebben hetzelfde doel”

Meer uit deze categorie

Het raadsel “mens”

To access this post, you must purchase Jaarabonnement Kerken rond Rijn en Gouwe digitaal.

Psallite Deo! (1)

To access this post, you must purchase Jaarabonnement Kerken rond Rijn en Gouwe digitaal.

Martijn de Jong en Nathan Tramper zijn beiden na de zomervakantie als jongerenwerker gestart. Martijn werkt via JOP in de protestantse gemeente Alphen aan den Rijn-Noord/Oudshoorn-Ridderveld en Nathan is in dienst van de Lichtkring. De redactie sprak met hen over hun plannen en visie op het jongerenwerk. De huiskamersetting van het interview was bijna symbolisch voor de wijze waarop zij aan de slag willen: in een ongedwongen sfeer jongeren leren kennen en hun een vertrouwde plek in de kerk geven.

Waarom willen jullie als jongerenwerker aan de slag?
Martijn: “Jongeren spreken mij aan, ze hebben vaak hele leuke ideeën. Ze hebben alleen iemand nodig die met hen meeloopt. In een kerk is het niet meer vanzelfsprekend dat jongeren erbij gehouden worden. Het aantal jongeren dat zondags in de Bron of de Goede Herderkerk komt, is niet groot.”
Nathan: “Jongeren zijn kwetsbaar. Daar zijn we in de kerk niet altijd handig mee omgegaan. Ik heb zelf ervaren hoe belangrijk het is om hulp te krijgen bij mijn geloofsgroei. Ik wil jongeren graag meegeven dat geloof waardevol is…”

Nathan, wat bedoel je met “niet handig mee omgegaan?”
Nathan: “We hebben jongeren niet altijd serieus genomen. Als je hun vraagt ‘wat willen jullie?’, krijgen ze de kans om mee te denken. Dat betekent dat er zaken kunnen veranderen. En willen we dat wel? Het is zoeken naar de balans tussen jongeren laten meedenken en openstaan voor veranderingen.”
Martijn: “Ik herken dat. Ik kom zelf uit een gereformeerde bondsgemeente. In 25 jaar tijd is daar weinig veranderd. Dat is voor jongeren weinig stimulerend. Ik denk dat het juist goed is om jongeren te helpen hun geloof duidelijk te krijgen. Het gaat alleen om de manier waarop we dat het best kunnen doen.”
Nathan: “Jongeren vinden het moeilijk om hun eigen geloof te verwoorden. Ze maken hun eigen proces door en nemen niet zonder meer aan wat hun wordt verteld. Ze hebben een eigen plek nodig om te beleven en te ervaren wat geloven voor hen betekent.”

Martijn en Nathan hebben beiden ervaring in het jongerenwerk. Martijn coördineerde tijdens zijn stage in Zoetermeer twee Rock Solid-groepen (Youth for Christ). Nathan heeft tijdens vakantiekampen veel met tieners en kinderen opgetrokken.

Jongeren hebben een eigen plek nodig
om te beleven en te ervaren
wat geloven voor hen betekent.

Wat wordt jullie eerste taak?
Nathan: “Ik heb een aanstelling van 18 uur. In ieder geval ga ik catechese geven voor de onderbouw, om de week. Ik wil ook de gemeente leren kennen, en al die vrijwilligers die zich inzetten voor het jongerenwerk. Daarnaast ga ik een visie schrijven voor jongerenwerk/kerkzijn in 2025.”
Martijn: “Voor mij ligt het ook open, maar anders. In de Bron is wel een structuur voor het jeugdwerk, alleen is daar een gat in het aanbod. Voor de overstappers uit de kindernevendienst is er drie jaar Chat ’n Chill, daarna niets meer. In de Goede Herderkerk gaan we op zoek naar nieuwe vormen voor jeugdwerk en ontdekken wat werkt.”

Beiden vinden jullie het belangrijk om jongeren te leren kennen en de gemeente bewust te maken van het belang van jeugdwerk. Hoe gaan jullie dit aanpakken?
Martijn: “Ik wil jongeren meer laten meedoen in de eredienst en deze dus vooral niet afpakken van ouderen. Tegelijkertijd wil ik nadenken met de jongeren en de gemeente over het hoe en waarom van jeugdwerk. Waarom doen we eigenlijk jeugdwerk? En waarom op deze manier? Daarnaast denk ik na over de missionaire stappen die we kunnen zetten. Waar willen we staan over tien jaar? In wat voor een wijk werk ik? Als je missionair kerk wilt zijn, moet je de omgeving kennen. Ik ga dus ook praten met mensen in de wijk.”
Nathan: “Ik ga allereerst de bestaande jongerenactiviteiten bezoeken om zo met jongeren in gesprek te raken. Daarnaast vind ik het waardevol als jongeren hun eigen plek in de gemeente vinden. Afgelopen zeilkamp hadden de oudere jongeren (17+) bijvoorbeeld de leiding over het geheel en waren de volwassenen mee als hulp. Dat is de omgekeerde wereld! Het is mooi om te zien dat op deze manier de jongeren zelf het belang van jeugdwerk laten zien aan de gemeente!”

Hoe zien jullie je rol als jongerenwerker in een gemeente?
Martijn: “Ik ben een professional, maar met een andere dynamiek en andere vaardigheden dan een predikant. Ik ben praktischer ingesteld en wil vooral mensen leren kennen. Daarvoor is vertrouwen nodig. Het scheelt dat ik jonger ben. De afstand tot tieners en jongeren is niet zo groot.”
Nathan: “Het is vooral zaak om een team te hebben met mensen die elkaar aanvullen qua vaardigheden. Dit geldt ook voor de vrijwilligers. En uiteraard moet er iemand zijn voor jongerenwerk, als er veel jongeren zijn.”

En in de toekomst?
Martijn: “Voorafgaand aan de sollicitatieprocedure is er in mijn gemeente een essentietraject geweest onder leiding van een JOP-adviseur. Daar zijn 12 beloften geformuleerd, waaraan ik mij heb gecommitteerd. De kern van deze beloften is: ‘Wij geloven dat leven met God zo waardevol is dat we dit willen meegeven aan iedereen’. Hier ga ik praktisch mee aan de slag door kennis te maken met de gemeente, activiteiten te coördineren en een werkplan te schrijven dat in de stuurgroep wordt besproken. Ik hoop dat over een aantal jaren het jeugdwerk een gezonde, leefbare structuur heeft, die te behappen is voor vrijwilligers en uitdagend en zinvol is voor de jeugd.”
Nathan: “Wanneer ben je tevreden?”
Martijn: “Als de jongeren die er zijn, verder kunnen met hun geloof en daar de kerk voor willen gebruiken. De kerk moet een plek zijn waar ze zich veilig en gekend voelen. Een pastor uit Rotterdam schetste eens dit beeld, dat voor mij altijd een voorbeeld is: ‘Zie je een gemeente als een kudde schapen in een kooi, met een hek eromheen zodat ze niet weg kunnen? Of laat je hen loslopen en geef je hen een bron, waardoor ze niet weggaan?’ Die bron waaruit je kunt putten is dus belangrijk. Mensen willen daar zijn waar het goed toeven is. Dat geldt zowel voor ouderen als jongeren. Gelukkig ligt het niet in mijn hand of jongeren blijven geloven of niet.”

Marina Kapteyn en Paul van Dijk

Recent toegevoegd

Oudere berichten